SKRB heeft zich in 2020 ingespannen om de middelen voor de restauratie van de toegangsbrug bij elkaar te brengen. Dat is gelukt en in augustus kon Bouwbedrijf Eijssen een start maken. Eind december waren de werkzaamheden gereed.
In 2021 wordt ingezet op de restauratie van de gewelfde kelders en de voormalige oranjerie. Door deze restauratie gaat de monumentale waarde niet verloren en ontstaat er ruimte om de vrijwilligers en publiek op te vangen. Per februari zijn we een grote sponsoractie gestart richting 200 bedrijven in Bergen, Heijen en Siebengewald om deze laatste klus mee helpen te klaren.

A.S.R. ontwierp allerlei plannen voor het landgoed. De belangrijkste was de aanleg van een golfbaan rondom de ruïne vanaf ca 2003, inclusief de bouw van het Golfpaviljoen (zie onder Golfbaan Landgoed Bleijenbeek). Een aantal andere plannen, bijvoorbeeld om een soort ‘resort’ met woningen en een hotel te bouwen gingen niet door. Om dit te kunnen doen had a.s.r. een convenant gesloten met de Gemeente Bergen. Als tegenprestatie voor de toestemming om het resort aan te mogen leggen, zou a.sr. o.m. zes ton beschikbaar stellen voor de consolidatie van de ruïne, immers het centrale punt van alle plannen.
Met de uitvoering aan dit laatste werd in 2009 een begin gemaakt. A.s.r. vroeg aan Erik Jurgens, zoon van Rudolf G., om een stichting te vormen die de taak op zich zou nemen om de ruïne, inclusief terrein en buitengracht, op te knappen. De Stichting Kasteelruïne Bleijenbeek (SKRB) werd opgericht, met als bestuur mevrouw Lia Roefs, te Bergen, oud-lid van de Tweede Kamer en mevrouw Regina Eijkenboom te Ospel, rentmeester bij a.s.r, . en de heer Eduard baron de Loë uit Straelen (vlak over de grens bij Venlo).
Als projectleider en bestuurslid trad in 2010 toe de heer Wout Hermans uit Broekhuizenvorst, die al Huis Ooijen te Broekhuizenvorst, bezit van zijn familie, had helpen restaureren (2006), en daarbij ervaring had opgedaan. Als secretaris trad op mevrouw Nicole van den Bergh, ambtenaar voor o.m. monumentenzorg bij de gemeente Bergen. In 2014 trad mevrouw Roefs terug, toen zij wethouder werd van Bergen. Mevrouw Van den Bergh trad al eerder terug, en werd vervangen door mevrouw Ans van Druten uit Afferden.

De SKRB had het terrein van a.s.r. voor het symbolisch bedrag van E1, - per jaar voor vijftig jaar in erfpacht verkregen. Een erfpachter kan zich in alle opzichten als eigenaar gedragen, zodat de SKRB de volle verantwoordelijkheid voor de consolidatie van de ruïne, het terrein en de buitengracht op zich kon nemen.
Geen geringe opgave, gezien de jammerlijke toestand van het geheel. Uiteindelijk zou er ruim 1,1 miljoen geïnvesteerd worden, met oplevering in mei 2016, en inwijding door de Gouverneur van Limburg, de heer Theo Bovens.
De ruïne Bleijenbeek en het terrein zijn Rijksmonument (nrs 5299986 n 529987). De SKRB werd ingeschreven als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), zodat particuliere schenkingen door de schenkers konden worden afgetrokken van de belasting. En belangrijker nog, dat overheidsinstanties (rijk, provincie, gemeente) en particuliere fondsen niet hoefden te aarzelen over de vraag of hun subsidies wel goed terecht zouden komen. Een ANBI moet jaarlijks zijn jaarrekening, en bovendien een bestuursverslag, publiceren op haar website. Belangstellenden kunnen deze vinden bij Contact onder de rubriek “Over de Stichting”.

Voor de consolidatie heeft 2010 en 2011 in het teken gestaan van het maken van plannen, en het zoeken van financiers. Als architecten werden geraadpleegd het bureau Clevis Kleinjans te Venlo voor de ruïne (voortaan het Rood te nomen), en Atelier Marc Hendriks te Mook voor het terrein (verder het Groen te noemen). Al spoedig is het Architectenbureau Hurenkamp te Velp voor het Rood verantwoordelijk geworden, en later de Stichting In Arcadië te Amersfoort voor het Groen.
Al spoedig bleek dat het Convenant tussen a.s.r. en de gemeente Bergen geen uitvoering zou krijgen, omdat - mede door de financiële crisis sinds 2008 – de verdere plannen van as.r. geen uitvoering kregen. De toegezegde som voor de consolidatie was daarmee ook niet meer aan de orde, behoudens een bedrag van 50 mille dat a.s.r. beschikbaar stelde voor de kosten van te maken plannen.

Urgent was de redding van de toren, gezichtsbepalend element van het Rood. Deze was in 1704 pas toegevoegd aan het gebouw dat sinds 1680 de vorm had gekregen die het tot de verwoesting in 1945 zou houden. De toren takelde steeds verder af, en zakte ook scheef weg in de ondergrond. Het was gebouwd in de in 1704 reeds bestaande binnenplaats van het kasteel, en de ondergrond was zompig.

De provincie Limburg stelde een subsidie van E 100.000 beschikbaar, mits de gemeente Bergen dit ook deed. Wethouder Buiting en burgemeester Klaverdijk zetten zich zeer in om de gemeenteraad te overtuigen om dit bedrag beschikbaar t stellen. Geen gering bedrag op de begroting van een gemeente met 17 duizend inwoners. Uiteindelijk is dit gelukt, en kon in het jaar 2012 de toren worden geconsolideerd door aannemer Roelofs uit Siebengewald (Gemeente Bergen).

Inmiddels vorderden de plannen voor de consolidatie van de rest van het Rood. Vooreerst ging het om de gevel aan de zuidzijde, en de poort, waarboven het wapen in natuursteen van de familie Schenck van Nijdeggen. Die hele poort was ongeschonden uit het bombardement gekomen. Maar in de jaren vijftig meende een onverlaat dat hij de tympaan met het wapen wel zou kunnen gebruiken. Bij zijn, gelukkig mislukte, poging om het los te wrikken is het natuurstenen deel van de poort ernstig beschadigd. Kosten herstel: tien mille. De muur aan de voorzijde van het kasteel bleek geheel alleen de staan, evenals muur aan de binnenplaats. Deze zijn aan elkaar vastgemaakt voor de stevigheid , met twee muren die nu de entree vormen. Op alle niveau’s zijn de planten en boompjes uit de muren verwijderd, zijn de muren met metselwerk versterkt. Fase 2 was voltooid.

Via de toren leiden trappen naar de zalen op de eerste verdieping, aan de noordzijde. Fase 3 was het verwijderen van meters puin en de consolidatie van alle muurresten die daar nog waren. De noord-oost zijde had een voltreffer gehad, maar van de middenzaal (“Ridderzaal”), en de kleinere zaal aan de westzijde stonden nog muren. Alle muren zijn behandeld, vastgemetseld, gaten gedicht. Uitvoerder was, evenals in fase 2, de fa Eijssen uit Geysteren. Het bleek nodig om een verdere versterking aan te brengen tussen de muren. Daarvoor is in 2015 een skelet van cortènstaal (roestige kleur) gebouwd binnen de muren. Boven onderling verbonden met een stalen platen die dan teven een soort plafond vormen. Met trappen omhoog kan dan ook het uitzicht vanaf de tweede verdieping worden genoten.

Het plafond van de kelders in het middengedeelte en aan de westzijde hadden het bombardement overleefd. In een deel daarvan hebben vleermuizen zich gevestigd, die ook mogen blijven zitten. Op de eerste verdieping aan de zuidwestzijde was de beroemde Paradijszaal, met houten lambriseringen, en plafondschilderingen van het paradijs. De Paradijszaal, en de daaronder liggende grote keuken zijn geheel verwoest.
We zien nog wel de ovens en de grote schoorsteen.

Bestuurlijk betekent dit alles nogal wat. Helaas gingen de bouwplannen van a.s.r. in de omgeving van de ruïne niet door, waardoor het door a.s.r. toegezegde bedrag voor de consolidatie van de ruïne eveneens niet afkwam.
Over de jaren veranderden inzichten, werden plannen aangepast. De steun van de provincie Limburg was onontbeerlijk. Uit de fondsen voor monumentenzorg kreeg de SKRB bedragen beschikbaar, maar tegelijk moesten bij particulieren fondsen en particulieren fondsen worden verworven.
Een aantal grote giften kwamen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, het Bouwcultuurfonds, de Stichting Woon- en Leefomgeving Limburg, de Stichting TBI Fundatie, het Limburgs Landschap, de Stichting Dioraphte, het VSB-fonds, Ars Donandi. Zonder giften als deze was het niet gelukt.

Groen

Het terrein van ca anderhalve hectare bevatte vroeger het Voorhuis, hoefijzervormig tegenover de ingang van het kasteel. Rechts, kijkend vanuit het kasteel woonde tot eind 1944 rentmeester Groetelaers en zijn gezin.
Links, aan de andere kant van de toegangspoort door het Voorhuis heen woonde boer Geenen met zijn gezin. Hij beboerde de gronden onmiddellijk rondom het kasteel.

Van het Voorhuis was na 1945 weinig meer over. Bij de consolidatie is een aarden wal opgeworpen die markeert waar het Voorhuis heeft gestaan.
Aan de westzijde markeren twee bakstenen poeren de vroegere ingang tot de tuin en de boomgaard. De beukenallee aan de westzijde is opgeschoond. De hoge sequoia gigantua die op de noord-west punt staat heeft miraculeus het bombardement overleefd, tot op heden.
Daar zijn ook de grondtrekken te ontwaren van het vroegere achtkantige theehuis op die punt, en daarnaast van het Treibhaus (Orangerie). Hopelijk zal het mogelijk zijn deze twee tuin-bouwwerken nog in een of andere vorm te herstellen. Langs de noordzijde liep een berceau van haagbeuken. Die zijn sinds 1945 uitgegroeid tot volle bomen.
De zichtlaan vanuit het kasteel naar het noorden (Berkenlaan), aan de overzijde van de gracht, is weer zichtbaar gemaakt . De indrukwekkende zichtlaan aan de zuidzijde (Spiegellaan) eveneens.

Onder de toegangsdam tot het terrein stroomde vroeger de gracht door via een duiker. Dit zal nog moeten hersteld. Tevens moet de toegangspoort worden versterkt en verfraaid.

Blauw

De Eckeltse Beek doorwaterde vroeger de gracht: ingang aan de oostzijde, uitloop aan de westzijde richting Gaardgracht, bij het bos.
De uitwatering is sterk verbeterd met behulp van een gift van het Waterschap Peel en Niers. De inwatering zit echter verstopt. Er zal een nieuwe verbinding met de Eckeltse Beek, stroomopwaarts, moeten worden gegraven.
De beek is immers in de jaren dertig via een Hoogwatergeul om het kasteel heen geleid, dit om de afwatering van de gebieden rond de beek te verbeteren. Die instroom zal moeten worden verbeterd om weer levend water in de gracht te krijgen.